Lu dans H.ART ce texte de Marc Ruyters :
De Belgische beeldhouwer Maen Florin (1954) stelt op drie plaatsen tentoon in Mechelen. Florin werkt op de ‘klassieke’ manier: boetseren, mouleren en afgieten in rubber, epoxy, polyurethaan… Daarna gaat ze verder, door elk beeld afzonderlijk te bewerken, via het gebruik van kleur, door toevoegingen en weglatingen, door découpage en assemblage… Daarbij zoekt ze de figuratie niet op, integendeel: ze gebruikt de beelden om gevoelens en emoties in te verwerken. Het gaat dus eigenlijk om de-figuratie.
In de Garage in Mechelen toont ze nieuw werk, vooral gemaakt tijdens de lock down in de voorbije lente: Playing at being human heet die presentatie, en het gaat voor haar daarbij vooral over ‘het spel van het menselijke leven’. De mensenbeelden die Florin toont in de Garage zijn fantomen van pijn, verdriet, onmacht en handicap, maar ook van een vraag naar liefde en begrip. De meeste beelden hebben gesloten of geloken ogen, lijken heel introvert, hebben vaak een bizarre haartooi en rare kleren aan; het zijn figuren die om mededogen smeken.
In de kerk Sint-Jan, enkele honderden meters verwijderd van de Garage, plaatste Maen Florin vijf mannenhoofden achteraan in de kerk. Sint-Jan de Doper werd volgens de kerkelijke geschiedenis onthoofd, en de vijf hoofden lijken daarnaar te verwijzen, maar dat werkt niet echt in deze overweldigende kerk, met gotische en barokke roots: het lijkt eerder alsof de hoofden slachtoffer zijn geweest van de Beeldenstorm.
In Museum Hof van Busleyden, dat een structurele samenwerking aanging met De Garage, integreerde Florin haar werken in de bestaande collectie. Dat deed onder meer Berlinde De Bruyckere haar eerder al voor, en binnenkort Cindy Wright. Het is een interessante piste: de combinatie van nieuwe en oudere, Bourgondische kunst opent nieuwe perspectieven. De expo van Maem Florin in Hof van Busleyden zag ik alleen op video, waarin ik hetzelfde vaststelde als in Sint-Jan: je kan als hedendaags kunstenaar, met uitgepuurd werk, moeilijk op tegen de Bourgondische pletwals.
In De Garage is Maen Florin op haar sterkst. Artistiek directeur Koen Leemans omschreef het in een begeleidende tekst redelijk raak: ‘Maen Florin verleidt de toeschouwer en houdt hem tegelijk een spiegel voor. Op zoek naar een vertaling van krachtige emoties, verenigt de kunstenaar tegenpolen als macht en machteloosheid, liefde en lijden, kracht en breekbaarheid binnen één beeld. Haar figuren proberen contact te maken met de wereld, maar blijven tegelijk vastzitten in hun eigen bubbel, afgesloten voor de ander. De (on)mogelijkheid tot communicatie loopt als een rode draad door haar oeuvre.’
[sociallinkz]